[17] De Paioniërs – zij althans die onderworpen waren – werden naar Klein-Azië gebracht. Na hun onderwerping stuurde Megabazos zeven Perzen, die op hemzelf na de meest aanzienlijke waren in het leger, als gezanten naar Makedonia. Zij werden naar Amyntas[1] gestuurd om uit naam van koning Dareios om land en water te vragen.[2] Vanuit het meer van Prasias ben je zó in Makedonia. Eerst heb je vlakbij het meer een mijn, waaruit later dagelijks een talent[3] zilver bij Alexandros binnenkwam; voorbij de mijn ben je na het oversteken van de berg die zij Dysoron[4] noemen, in Makedonia.
Amyntas ontvangt Perzische gezanten
[18] Toen die Perzen als gezanten bij Amyntas waren gekomen, werden zij op audiëntie bij Amyntas toegelaten en vroegen uit naam van koning Dareios om land en water. Hij leek daartoe bereid en nodigde hen uit voor een receptie; hij liet een schitterend diner aanrichten en ontving de Perzen hartelijk. Aan het eind van de maaltijd verklaarden de Perzen, die erop losdronken, het volgende: “Makedonisch gastheer, het is bij ons, Perzen, wanneer wij een groot diner aanrichten, de gewoonte om onze bijvrouwen en wettige echtgenotes aan te laten schuiven. Aangezien u ons hartelijk hebt ontvangen, zich een groot gastheer toont en Dareios water en aarde verleent, moet u zich naar ons gebruik schikken.”
Een grens overschreden
Hierop antwoordde Amyntas: “Geachte Perzen, dat gebruik kennen wij niet; wij houden de mannen gescheiden van de vrouwen. Maar omdat jullie de macht hebben en hierom vragen, zal ook dit jullie toegestaan zijn.” Meer zei Amyntas niet en liet de vrouwen komen. Toen zij op zijn oproep waren verschenen, gingen zij naast elkaar zitten, tegenover de Perzen. Deze zagen toen prachtige vrouwen en zeiden tegen Amyntas dat wat hij daar deed geen enkele zin had: het was beter geweest dat de vrouwen helemaal niet waren gekomen dan wél te komen en niet náást, maar tegenover hen plaats te nemen als pijniging van hun ogen. Amyntas kon niet anders dan ze te verzoeken naast de mannen te gaan zitten. De vrouwen luisterden en meteen betastten de Perzen, die te veel wijn op hadden, hun borsten en een enkeling probeerde zelfs te zoenen.
[19] Bij de aanblik hiervan liet Amyntas, hoe verontwaardigd hij ook was, niets merken, omdat zijn angst voor de Perzen bovenmatig groot was. Amyntas’ zoon Alexandros echter, die hiervan getuige was, kon zich (hij was jong en had nog geen leed meegemaakt) niet langer inhouden en zei, omdat hij zich eraan stoorde, het volgende tegen Amyntas: “Vader, geef toe dat je oud wordt, zoek je bed op en laat het drankfeest voor wat het is. Ik blijf wel hier en zal de gasten geven wat ze nodig hebben.” Amyntas begreep dat Alexandros iets anders van plan was, en zei hierop: “M’n jongen, je bent van streek en ik begrijp je woorden, denk ik, best wel: je stuurt me weg en wilt ingrijpen. Ik vraag je tegen die mannen niets te ondernemen, anders bezorg je ons narigheid. Kijk toe en laat gebeuren. Als jij vindt dat ik mij moet terugtrekken, doe ik dat.”
Wraak van Alexandros
[20] Toen Amyntas op zijn verzoek was vertrokken, zei Alexandros tegen de Perzen: “Beste gasten, jullie kunnen volop beschikken over die vrouwen. Als jullie met hen allen of hoeveel ook maar gemeenschap willen hebben, kom dan zelf met een voorstel. Nu moeten jullie echter – het is zó bedtijd en ik zie dat jullie het zwaar op een drinken hebben gezet – die vrouwen, alsjeblieft, laten gaan en een bad laten nemen. Na hun bad krijgen jullie ze terug.” Na die woorden (de Perzen juichten die toe) stuurde hij de naar buiten gekomen vrouwen naar het vrouwenvertrek. Zelf liet Alexandros een gelijk aantal mannen zonder baard[5] de kleren van de vrouwen aantrekken,[6] gaf ze dolken en leidde ze het vertrek binnen met de volgende mededeling voor de Perzen: “Geachte Perzen, het lijkt erop dat jullie op een uitgebreid feestmaal zijn onthaald. Al het andere dat wij hadden en ook wat wij konden vinden om te geven, hebben jullie gekregen en wat verreweg het belangrijkste is: wij trakteren jullie op onze eigen moeders en zusters. Begrijp goed dat jullie van ons het respect krijgen dat jullie verdienen. Vertel verder de Perzische koning, die jullie heeft gestuurd, dat een Griek, een Makedonisch onderkoning,[7] jullie een goede ontvangst heeft bereid zowel aan tafel als in bed.” Na die woorden liet Alexandros naast elke Pers een Makedonische man, die er als vrouw uitzag, plaatsnemen. Maar toen de Perzen hen wilden aanraken, werden zij door hen afgemaakt.
Gygaië
[21] Dat nu was het lot waardoor zij aan hun eind kwamen, zowel zijzelf als hun personeel: zij hadden immers wagens bij zich met dienaren en een heleboel bagage. Van dat alles (en van al die mensen) was geen spoor meer.
Niet lang daarna kwam er van de kant van de Perzen een grote zoektocht naar al die mensen. Alexandros won hen op een listige wijze voor zich: hij gaf ze veel geld én zijn eigen zuster, die Gygaië heette. Met dit geschenk aan de Pers Boubares, de commandant van de onderzoekers naar de verdwijning, kreeg Alexandros de situatie onder controle. Zo werd de dood van die Perzen met stilzwijgen toegedekt.
Makedoniër of Griek?
[22] Zelf weet ik toevallig dat het om Grieken gaat en afstammelingen van Perdikkas, zoals zij ook zelf beweren. Verderop in mijn verhaal zal ik aantonen dat zij Grieken zijn, sterker nog: de Hellenodikai[8] die in Olympia de Spelen organiseren, hebben dit vastgesteld.[9] Toen Alexandros eens had besloten aan de Spelen mee te doen en daarvoor naar het zuiden was gereisd, wilden de Grieken die zijn tegenstanders in het hardlopen waren, hem buiten de wedstrijd houden met het argument dat het niet een wedstrijd van buitenlanders betrof, maar van Grieken onderling. Toen Alexandros had aangetoond dat zijn familie uit Argos kwam, werd hij tot Griek verklaard en kwam tijdens de wedloop tegenover de latere winnaar te staan. Zo ongeveer is het in z’n werk gegaan.
[1] Koning van Makedonia (540-498 vóór Christus), zoon van Alketas I.
[2] Diplomatieke terminologie om onvoorwaardelijke overgave te eisen; hetzelfde werd de Skythische koning Idanthyrsos gevraagd (zie boek 4, hfdst. 126 e.v.).
[3] Een baar zilver van 26,2 kilogram (Euboïsche standaard), naar de huidige zilverprijs (d.d. 20/12/2021) een waarde van € 16768 vertegenwoordigend.
[4] Misschien een verwijzing naar het slecht controleerbare gebied ervan, dat ‘moeilijk te bewaken was’ (dysoros, Gr. δύσωρος).
[5] De schrijver beschrijft ze als gladgeschoren en “met gladde kin” (Gr. λειογένειος).
[6] Die kleren moesten de Perzen ervan overtuigen dat het ook dezelfde vrouwen waren die terugkeerden.
[7] Alexandros kiest als zoon van koning Amyntas een bescheidenere titel voor zijn positie.
[8] Deze hadden de eervolle taak de Olympische Spelen te organiseren en tijdens de wedstrijden scheidsrechters te zijn.
[9] Zie boek 8, hfdst. 137.