Het standpunt van de Ioniërs
[15] Als wij nu de opvattingen van de Ioniërs[1] over Egypte willen delen die stellen dat alleen de Delta Egypte is, zouden we op grond van hun redenering kunnen aantonen dat de Egyptenaren vroeger geen land hadden. Ze beweren dat haar kust zich uitstrekt van de zogeheten Wachttoren van Perseus[2] tot aan de pekelinstallaties van Pelousion, een afstand van 444 kilometer.[3] Verder zeggen ze dat zij landinwaarts vanuit zee zich uitstrekt tot aan de stad Kerkasoros, waar de Nijl zich splitst en voor een deel naar Pelousion, voor een ander deel naar Kanobos stroomt, en dat de rest van Egypte bij Libya of bij Arabië hoort.
Zoals het nu is, is hun Delta het resultaat van aanslibbing (dat zeggen de Egyptenaren zelf en ik denk er ook zo over) en bij wijze van spreken sinds kort opgedoken. Als zij dan helemaal geen land hadden, waarom deden zij zo hun best te denken dat zij de eerste mensen waren? Ze hadden het experiment met de kinderen niet hoeven aangaan om te zien welke taal zij het eerst zouden spreken.[4] Ik denk niet dat de Egyptenaren tegelijk met wat door de Ioniërs ‘Delta’ wordt genoemd, zijn gekomen, en er al die tijd waren sinds het ontstaan van de mensheid. Toen hun land aangroeide, waren het er even veel die op hun oude plek bleven als zij die naar de lagere delen kwamen. Vroeger werd Thebe ‘Egypte’ genoemd en had een omtrek van meer dan 1130 kilometer.[5]
[16] Als wij nu hierin het bij het rechte eind hebben, is de gedachtegang van de Ioniërs over Egypte een verkeerde. Maar als men vasthoudt aan de mening van Ioniërs, wil ik aantonen dat de Grieken en Ioniërs, volgens wie de gehele aarde uit drie delen bestaat, zelf niet kunnen tellen. Zij moeten namelijk de Egyptische Delta als vierde deel daarbij rekenen, nu deze noch bij Klein-Azië noch bij Libya hoort. Volgens die berekening vormt de Nijl immers niet de grens tussen Klein-Azië en Libya. De Nijl echter splitst zich bij de punt van de Delta met als gevolg dat deze tussen Klein-Azië en Libya komt te liggen.
Egypte volgens de schrijver
[17] We laten de zienswijze van de Ioniërs voor wat die is. Onze stelling hierover is ongeveer als volgt. Egypte is heel het gebied dat door Egyptenaren wordt bewoond, zoals Kilikia het gebied is dat door Kilikiërs en Assyrië dat wat door Assyriërs wordt bewoond. Strikt genomen kennen we verder geen enkel afscheiding tussen Klein-Azië en Arabië behalve de grenzen van Egypte. Als wij echter de gangbare mening van de Grieken delen, zullen wij ervan uitgaan dat Egypte als geheel vanaf Katadoupa[6] en de stad Elefantine zich in tweeën splitst en naar (een van) beide gebieden is genoemd: een deel ervan hoort bij Libya, een ander deel bij Klein-Azië. De Nijl immers stroomt in de richting van de zee, terwijl hij vanaf Katadoupa Egypte doormidden snijdt.
Tot aan Kerkasoros is de Nijl één rivier, maar eenmaal voorbij die stad vertakt hij zich in drie lopen.[7] Een daarvan slaat af in oostelijke richting en wordt de Pelousische monding genoemd.[8] De tweede loop gaat richting het westen; deze heet de Kanobische monding.[9] De loop van de Nijl die rechtuitgaat, is de volgende: zich een weg banend vanuit het zuiden bereikt hij de punt van de Delta en daarvandaan snijdt hij de Delta doormidden om in zee uit te monden. Het aandeel water dat hij aan die zee levert, is niet het geringste noch het slechtst bekende: de zogeheten Sebennytische monding.[10]
Er zijn ook nog twee mondingen die zich van de Sebennytische afsplitsen en hun weg vinden naar zee, die deze namen hebben gekregen: Saïtisch voor de ene,[11] Mendesisch voor de andere.[12] De Bolbitinische en de Boukolische mondingen[13] zijn niet op natuurlijke wijze ontstaan, maar uitgegraven.[14]
Het orakel van Ammon
[18] Ook de spreuk van het orakel van Ammon die ik had te horen gekregen, nadat ik tot mijn mening over Egypte was gekomen, bevestigt mijn oordeel dat het ongeveer zo groot is als ik in mijn betoog laat zien. Dat zit zo. De inwoners van Marea en Apis die in de streken grenzend aan Libya leefden, zagen zichzelf meer als Libiërs dan Egyptenaren en stoorden zich aan de religieuze gebruiken met betrekking tot offers. Ze weigerden zich te onthouden van koeienvlees en stuurden een delegatie naar Ammon met de mededeling dat zij niets gemeenschappelijks hadden met de Egyptenaren. Ze leefden buiten de Delta, leken in niets op hen en wensten dat het hen vrijstond alles te eten.
De god gaf hen echter daartoe geen toestemming. “Egypte is dát land dat door de Nijl wordt overstroomd en bevochtigd en Egyptenaren zijn zíj die ten noorden van de stad Elefantine leven en het water van die rivier drinken.” Dat was het antwoord dat zij van het orakel kregen.
[19a] Niet alleen de Delta, maar op sommige plaatsen ook het gebied waarvan gezegd wordt dat het bij Libya en Arabië hoort,[15] komt onder water te staan, wanneer de Nijl buiten zijn oevers treedt, en wel aan beide kanten over een afstand van twee dagreizen, soms meer, soms minder.
Aanbevolen literatuur
Het belang van Herodotos’ voorganger, de logograaf Hekataios van Milete, en diens opvattingen over Egypte (hij is de bedenker van de formulering “geschenk van de Nijl” en beperkt Egypte tot alleen de Delta) worden behandeld door Stanley M. Burstein, Hecataeus of Miletus and the Greek Encounter with Egypt, in: Ancient West & East, vol. 8 (2009), pp. 133-146.
De fragmenten van Hekataios zijn verzameld o.a. door R.H. Klausen, Hecataei Milesii Fragmenta / Scylacis Caryandensis Periplus, Berlijn (1831).
[1] Zonder expliciet te zijn wijst de schrijver in de richting van de logograaf Hekataios van Milete (ca. 550-476 vC) die een ‘beschrijving van Egypte’, Perihegesis Aigyptou (Gr. Περιήγησις Αἰγύπτου), op zijn naam heeft staan (vgl. fr. 279 ed. Klausen).
[2] Volgens Strabo onderdeel van een door Milesiërs gestichte vestiging bij de Bolbinitische monding van de Nijl (Geogr. 17.1.18 μετὰ δὲ τὸ Βολβίνιτον στόμα (…) ἡ Περσέως σκόπη (…)· πλεύσαντες γὰρ ἐπὶ Ψαμμητίχου τριάκοντα ναυσὶ Μιλήσιοι (…) κατέσχον εἰς τὸ στόμα τὸ Βολβίτινον, εἶθ᾽ἐκβάντες ἐτείχισαν τὸ λεχθὲν κτίσμα, “voorbij de Bolinitische monding heb je de wachttoren van Perseus; toen namelijk ten tijde van Psammetichos Milsesiërs met 30 schepen kwamen aanvaren, koersten zij af op de Bolbinitische monding en eenmaal van boord voorzagen zij de genoemde vestiging van een muur”).
[3] Om precies te zijn 40 schoinoi oftewel 2400 stadia van elk 185 m.; dit is een lagere (maar correctere) berekening dan in hfdst. 6, waar de schrijver uitgaat dat een afstand van 60 schoinoi (zie voor de berekening o.a. hfdst. 6, opm. 13).
[4] Het experiment van Psammetichos is het onderwerp van hfdst. 2; de schrijver bedoelt te zeggen dat in dat geval de Egyptenaren een relatief jong volk waren en niet de oudste taal op de wereld spraken.
[5] Om precies te zijn 6120 stadia (een stadion, Gr. στάδιον, is een lengtemaat van 185 m.); het precieze aantal km. bedraagt 6120*0,185 = 1132,2.
[6] Bedoeld wordt de eerste van de zes cataracten, stroomversnellingen, die de Nijl onbevaarbaar maken; de huidige locatie is Aswan.
[7] De Mijldelta telt volgens de traditie zeven mondingen, van oost naar west: de Pelousische, Tanitische (maar zie opm. 51), Mendesische, Boukolische (of Fatnische), Sebennytische, Bolbitinische en Kanobische.
[8] Genoemd naar Pelousion, meest oostelijke stad aan de Middellandse Zeekust van Egypte.
[9] Genoemd naar Kanobos (ook: Kanopos), havenstad in het westen van de Delta.
[10] Genoemd naar Sebennytos, stad in het noorden van de Delta.
[11] De westelijke vertakking, genoemd naar de stad Saïs; de reguliere naam van deze monding was ‘Tanitisch’ (Strabo, Geogr. 17.1.20, τὸ Τανιτικὸν στόμα, ὅ τινες Σαιτικὸν λέγουσι, “de Tanitische monding, door sommigen ‘Saïtisch’ genoemd”),genoemd naar het district Tanites.
[12] Genoemd naar Mendes, stad in de oostelijke Nijldelta.
[13] De eerste is genoemd naar de stad Bolbitine (nu Rosetta); de herkomst van de tweede naam is onbekend.
[14] De Egyptenaren waren reeds vroeg begonnen de diverse lopen van de Nijl te kanaliseren.
[15] Het Libische c.q. Arabische ‘deel’ van Egypte is besproken in hfdst. 8.