Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Perzische steun voor Aristagoras

[28] Dat alles is Otanes’ werk geweest onder zijn bevelhebberschap. Na een tijdje begon de ellende opnieuw en voor de tweede keer kregen de Ioniërs te maken met tegenspoed, nu vanuit Naxos en Milete. Aan de ene kant overtrof Naxos de eilanden in voorspoed, aan de andere kant had uitgerekend Milete in diezelfde periode het toppunt van haar kunnen bereikt en was zij het sieraad van Ionia, terwijl zij gedurende twee generaties daarvoor vreselijk had geleden onder politieke twisten, totdat de Pariërs er orde op zaken hadden gesteld. Zij werden uit alle Grieken door de Milesiërs als bemiddelaars gekozen.

Politieke strijd beëindigd

[29] Dat was de manier waarop de Pariërs hen tot verzoening brachten. Toen de adellijksten onder hen in Milete waren aangekomen, zagen zij dat de Milesiërs tot vreselijke armoede waren vervallen en zeiden dat ze hun land wilden inspecteren. De daad werd bij het woord gevoegd en ze namen overal op het grondgebied van Milete een kijkje en telkens wanneer zij in het verwoeste gebied een goed onderhouden perceel zagen, noteerden zij de naam van de eigenaar ervan.

Toen zij door heel het gebied waren getrokken en een handjevol van die eigenaren hadden gevonden, belegden zij, zodra zij in de stad waren teruggekeerd, een bijeenkomst en benoemden die mensen tot stadbestuurders van wie zij percelen in goede staat hadden aangetroffen. Zij zeiden te verwachten dat dezen zich zó om staatszaken zouden bekommeren als om hun eigen. Ze droegen de rest van de Milesiërs die voorheen het niet met elkaar eens konden worden, op om aan hen te gehoorzamen.

Aristagoras tiran van Milete

[30] Zo brachten de Pariërs weer eenheid onder de Milesiërs tot stand, maar Naxos en Milete brachten rampspoed over Ionia en dat ging als volgt. Puisant rijke burgers werden door het volk van Naxos verbannen en deze streken neer in Milete. In Milete was Aristagoras bestuurder ad-interim, zoon van Molpagoras, tevens zwager en neef van Histiaios (zoon van Lysagoras), de man die door Dareios in Sousa werd vastgehouden. Histiaios was heerser van Milete en verbleef in Sousa, juist toen de Naxiërs kwamen, tot dan toe vrienden van Histiaios.

Na hun komst in Milete vroegen zij Aristagoras of hij hen enige hulp kon bieden, zodat zij naar hun eigen land konden terugkeren. Deze bedacht echter dat hij over Naxos de macht zou krijgen, wanneer zij dankzij hem naar hun stad zouden terugkeren, en deed, hun vriendschap met Histiaios voorwendend, het volgende voorstel: “Ik kan jullie niet een zo grote troepenmacht garanderen om jullie weer in het zadel te helpen, gezien de weerstand van de Naxiërs die de stad in handen hebben. Mijn bronnen vertellen mij dat de Naxiërs over 8000 manschappen beschikken en vele oorlogsschepen. Ik zal tot actie komen en mijn best doen. Dit is mijn plan: het toeval wil dat Artafrenes mijn vriend is en jullie weten dat hij de zoon is van Hystaspes, een broer van koning Dareios en gouverneur over alle kustgebieden van Klein-Azië, met onder zich een groot leger en een grote vloot. Ik denk dat die man al onze wensen kan vervullen.”

 Na deze woorden drongen de Naxiërs bij Aristagoras erop aan al het mogelijke in het werk te zetten en lieten hem geschenken uitloven en soldij aan het leger: zíj zouden garant staan, want zij hadden er groot vertrouwen in dat, wanneer zij hun gezicht op Naxos lieten zien, de Naxiërs alles zouden doen wat zij van hen verlangden. En dat gold ook voor de andere eilandbewoners. Die eilanden waren immers nog niet in handen van Dareios.    

Aristagoras in Sardes

[31] Aristagoras, in Sardes aangekomen, vertelde Artafrenes dat Naxos een eiland van niet al te grote omvang was, maar wél mooi en vruchtbaar en vlakbij Ionia en dat het veel rijkdommen en slaven bezat. “Trek daarom met een leger op naar dat gebied en breng de ballingen uit dat gebied thuis. En wanneer je dat hebt gedaan, krijg jij van mij veel geld boven op de uitbetalingen aan het leger (het spreekt vanzelf dat wij als aanvoerders die dekken), maar dat niet alleen… Jij zult voor de Perzische koning Naxos zelf en de daarvan afhankelijke eilanden in handen krijgen: Paros, Andros en de overige zogeheten Kykladen.[1] Met die eilanden als uitvalsbasis zul jij moeiteloos Euboia aanvallen, een groot en welvarend eiland, even groot als Kypros en eenvoudig in te nemen. Honderd schepen zijn genoeg om ze allemaal in handen te krijgen.”

De ander reageerde zo: “Jij stelt het koninklijk hof iets aantrekkelijks voor en het zijn allemaal goede adviezen die je geeft, alleen niet wat betreft het aantal schepen. Niet honderd, maar tweehonderd schepen zullen aan het begin van de lente gereed staan. Maar de koning zelf moet hieraan zijn goedkeuring geven.”

Perzische vloot tegen Naxos

[32] Toen Aristagoras dat hoorde, keerde hij overgelukkig terug naar Milete. Inmiddels had ook Dareios zelf zijn goedkeuring laten weten aan Artafrenes, die een gezant naar Sousa had gestuurd en hem Aristagoras’ voorstel had voorgelegd. Artafrenes liet 200 slagschepen[2] in gereedheid brengen en mobiliseerde een hele grote menigte Perzen en anderen die bondgenoten waren. Tot hun commandant benoemde hij Megabates, een Pers uit het huis van de Achaimeniden,[3] zijn eigen neef en die van Dareios. Later heeft de Lakedaimoniër Pausanias, zoon van Kleombrotos, zich met zijn dochter verloofd, als het verhaal op waarheid berust, want hij had zijn zinnen erop gezet heerser over Griekenland te worden. Na de benoeming van Megabates tot commandant stuurde Artafrenes het leger naar Aristagoras.


Aanbevolen literatuur

Aristagoras rol in de Ionische opstand en in de aanloop naar de Perzische oorlogen en Herodotos’ niet onbevooroordeeld standpunt in dezen zijn het onderwerp van de masterscriptie van Christopher Watts, Aristagoras Champion of Freedom, Assessing his Role in the Ionian Revolt, Birkbeck Univ. of London (2012).


[1] Dit zijn de eilanden die midden in de Egeïsche Zee een kring, kyklos (Gr. κύκλος) vormen en een goede springplank bieden voor een invasie op het Griekse vasteland.

[2] Grote oorlogsbodems met drie verdiepingen aan roeibanken, zgn. drieriemers (Gr. τριήρεις, Lat. triremes); de Perzen hadden geen schepen van zichzelf en zullen deze van hun onderdanen aan de Griekse kust van Ionia hebben geclaimd (zie boek 6, hfdst. 95).

[3] De familie van de huidige Perzische machthebber.