Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Deïokes, van rechter tot koning

[95] Op dit punt van mijn verhaal gekomen wil ik nog analyseren wie die Kyros was die het rijk van Kroisos vernietigde en hoe de Perzen de leiding over Klein-Azië hebben gekregen. Ik zal mijn verslag baseren op wat sommige Perzen vertellen die Kyros beslist niet de hemel in willen prijzen, maar het ware verhaal vertellen, ook al besef ik goed dat er wel drie andere manieren[1] zijn om over Kyros te vertellen.

De Meden geven het voorbeeld

De Assyriërs waren in het noorden van Klein-Azië 520 jaar aan de macht, toen de Meden als eersten tegen hen in opstand kwamen.[2] Zij lieten in ieder geval zien dat ze dappere mannen waren door tegen de Assyriërs voor hun vrijheid te vechten en ze verkregen die door de onderwerping van zich af te schudden. Andere volkeren volgden het voorbeeld van de Meden.

[96] Terwijl iedereen op het vasteland onafhankelijk was, kwamen zij toch weer in een heersersrol terecht. Dat ging als volgt. Bij de Meden dook een scherpzinnige man op met de naam Deïokes. Hij was een zoon van Fraortes. Deze Deïokes raakte in de ban van absolute macht en dit was ongeveer wat hij deed. De Meden leefden verspreid over dorpen, maar in z’n eigen dorp was hij van het begin af aan een man van aanzien die zich toelegde op rechtvaardigheid en daaraan z’n volle aandacht gaf. In het land van de Meden heerste overal wetteloosheid en Deïokes handelde vanuit het besef dat recht en onrecht niet naast elkaar kunnen bestaan.

De Meden uit hetzelfde dorp waren getuige van zijn opstelling en kozen hem tot hun rechter. Hij nu ambieerde macht en bleef eerlijk en rechtschapen. Voor zijn optreden oogste hij veel waardering van de kant van zijn medeburgers en zo kwam het dat, toen de mensen in de andere dorpen ervan hoorden dat Deïokes de enige was die op correcte wijze rechtsprak, zij met deze wetenschap graag Deïokes opzochten voor een juridische uitspraak. Waar zij voorheen te maken kregen met onrechtvaardige besluiten, legden zij uiteindelijk alleen aan hém hun zaken voor.

Een graag geziene rechter

[97] De bezoekersaantallen namen gestaag toe, omdat de mensen doorkregen dat de processen onpartijdig verliepen, maar toen Deïokes besefte dat alles op zijn bord terechtkwam, wilde hij niet meer dáár plaatsnemen waar hij in het openbaar rechtspraak hield[3] en weigerde nog langer rechter te zijn. Het was voor hem niet lucratief om zijn eigen zaken te verwaarlozen en de hele dag voor de buren recht te spreken.[4]

Aangezien er in de dorpen nog veel meer geroofd werd en nog veel meer wetteloosheid heerste dan voorheen, hielden de Meden gezamenlijk overleg en namen hun verantwoordelijkheid. Ze kwamen met de volgende verklaring, die volgens mij vooral een verklaring was van de aanhangers van Deïokes: “We kunnen niet in ons land blijven wonen, als we vasthouden aan de huidige levensstijl. Laten we alsjeblieft uit ons midden een koning aanstellen. Dan zal het land goed bestuurd worden en kunnen we weer aan het werk en zullen we niet door wetteloosheid geruïneerd worden.”

Koning van de Meden

[98] Zo luidde ongeveer hun verklaring en de Meden lieten zich ervan overtuigen een koning aan te nemen. Toen er voorstellen kwamen wie ze als koning moesten aanstellen, viel bij iedereen regelmatig de naam van Deïokes en werd hij aanbevolen, totdat ze het erover eens werden dat hij dé koning voor hen was. Hij vroeg hen een paleis voor hem te bouwen, een koning waardig, en zijn positie te versterken met een lijfwacht.

En dat deden de Meden. Ze bouwden voor hem een groot en versterkt paleis op een door hem aangewezen plaats en ze stonden hem toe uit alle Meden een lijfwacht samen te stellen. Nu hij de macht had gekregen, bracht hij hen ertoe één vestingstad op te richten, daaraan alle zorg te besteden en aan de rest minder aandacht te schenken. Ook hierin gingen de Meden met hem mee, waarop hij die grote en stevige, concentrisch gebouwde muren liet aanleggen die nu bekend zijn als Agbatana.[5]

Die burcht is zo gemaakt, dat elke cirkel hoger is dan de vorige alleen al vanwege de fortificaties. Aan de ene kant werkt het terrein mee aan de vorm ervan, omdat het om een heuvel gaat, aan de andere kant is het veel meer iets kunstmatigs, omdat er in totaal zeven cirkels zijn. Binnen de laatste bevinden zich het paleis en de schatkamers.

De grootste muur daarvan is ongeveer even lang als de ringmuur van Athene.[6] De fortificaties van de eerste tot en met de vijfde cirkel zijn respectievelijk wit, zwart, paars, donkerblauw en oranje.[7] Dat is de wijze waarop ze de fortificaties van fleurige kleuren hebben voorzien. Van de laatste twee fortificaties is de ene met zilver en de andere met goud afgedekt.

Nieuwe regels

[99] Deze muren liet Deïokes voor zichzelf en rondom zijn paleis aanleggen, de rest van het volk liet hij rondom de burcht wonen. Toen alles was afgebouwd, riep Deïokes – daarin was hij de eerste – de procedure in het leven dat niemand de koning direct te spreken kreeg, maar iedereen alles via bodes regelde en niemand de koning te zien kreeg. Verder gold voor een ieder dat het onbeschoft was om in zijn aanwezigheid te lachen of te spugen.

Deze Wichtigtuerei om zijn persoon deed hij hierom dat z’n leeftijdgenoten – samen met hem opgegroeid, van niet mindere huize en in dapperheid niet minder dan hij – hem niet zouden zien, gekwetst raakten en tegen hem zouden samenspannen. Ze moesten denken dat hij van een andere orde was, als ze hem niet zagen.

[100] Nu hij die zaken had geregeld en door z’n absolute gezag, was hij onverbiddelijk in het handhaven van de rechtsorde. De mensen stuurden hun klachten schriftelijk naar hem op; wat binnenkwam werd door hem beoordeeld en weer de deur uitgedaan. Dit was wat hij deed met de aanklachten. Andere dingen werden door hem als volgt aangepakt: als hij erachterkwam dat iemand de wet overtrad, liet hij hem telkens bij zich roepen en velde vonnis overeenkomstig de zwaarte van het misdrijf. Overal in het gebied waarover hij heerste, had hij spionnen en muren die meeluisterden.


[1] De schrijver hanteert een hyperbool om de objectiviteit van zijn verhaal te benadrukken.

[2] Aan het rijk van de Assyriërs kwam een einde door de val van Niniveh in 612 vóór Christus.

[3] Dit wijst op de oosterse praktijk om ‘aan de poort’, in het zicht van een ieder, rechtspraak te voeren. 

[4] Deïokes was zich, plat uitgedrukt, bewust van zijn marktwaarde.

[5] Perzisch voor “vergaderplaats”, hâgmatâna, huidig Hamadan; Xenofon noemt Ekbatana de plaats ‘waar de Perzische koning zomer en lente doorbrengt’ (Anab. 3.5.15, Ἐκβάτανα… ἔνθα θερίζειν καὶ ἐαρίζειν λέγεται βασιλεύς), Polybios geeft een uitgebreide beschrijving van het paleis (Hist. 10.27.3 e.v.) en misschien is er overeenkomst met het in het Oude Testament genoemde Ahmetha (Ezra 6.2), maar tastbaar archeologisch bewijs voor de locatie ervan ontbreekt vooralsnog. 

[6] Thoukydides (Hist. 2.13.7) is onze enige bron over de afmetingen van Athene’s centrale muur, de peribolos (Gr. περίβολος), en verklaart dat “het bewaakte deel van de ringmuur zelf een lengte heeft van 43 (stadia)” (Gr. αὐτοῦ τοῦ κύκλου τὸ φυλασσόμενον τρεῖς καὶ τεσσεράκοντα); deze ‘muur van Themistokles’ had dus minstens een lengte van acht km., i.e. 7955 m. (= 43 x 185 m.).

[7] Wat de laatste kleur betreft, maakt de brontekst melding van de kleur sand(a)rak (Gr. σανδαράκη), gewonnen uit de harstranen van de cypres; gebruikt als vernis geven zij een gele tot oranjekleurige, bijna helderrode gloed.