Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Erato

De negen boeken Historiën van Herodotos van Halikarnassos hebben ieder de naam gekregen van een van Apollo’s muzen. Het zesde boek draagt de naam van de muze van de lyrische poëzie (herkenbaar aan de citer die zij bespeelt): Erato (Gr. Ἐρατώ). Dit boek telt 140 hoofdstukken.

Drie verhalen

De indeling in negen boeken stamt uit de Hellenistische tijd en is het werk van de geleerden die verbonden waren aan de bibliotheek in Alexandrië. Het is nooit de keuze van Herodotos geweest om zijn werk zo te presenteren. Nadere bestudering leert dat het eerder een collectie is van 28 verhalen, zgn. logoi (Gr. λόγοι).

Het zeventiende verhaal vertelt over de zeeslag bij Lade en de definitieve onderwerping van Ionia door de Perzen. In het achttiende verhaal lezen we over Perzische invloed in Griekenland (vooral het eiland Aigina) en de reacties van Athene en Sparta. Het negentiende verhaal geeft een verslag van de slag bij Marathon (13 september 490 vóór Christus).

Inhoud

Histiaios, vanuit Sousa teruggekeerd naar Sardes, krijgt te maken met een achterdochtige Artafrenes en besluit de benen te nemen naar Milete. Daar is hij niet welkom: de Milesiërs willen geen opvolger van Aristagoras. Hij stort zich in de piraterij.

De Perzen hebben hun zinnen gezet op Milete, dat onneembaar lijkt, totdat zij besluiten het eilandje Lade, voor de kust van de stad, te bezetten en Milete onbereikbaar te maken door de buitenwereld. De zeeslag bij Lade verloopt desastreus voor de Grieken die hun vloot niet tot een eenheid kunnen smeden. Histiaios geeft zich over en na zijn terechtstelling wordt zijn hoofd naar Sousa gezonden.

Mardonios wordt door Dareios op pad gestuurd om Griekenland te onderwerpen, maar hij kan niet verder reiken dan Makedonia. De expeditie is geen succes en tot overmaat van ramp verliest de vloot in een storm bij het ronden van het schiereiland Athos een groot deel van haar schepen, bemanning incluis.

Dareios vertrouwt nu op diplomatie om de Grieken tot overgave te dwingen. De schrik zit er bij de Atheners en Lakedaimoniërs goed in, wanneer bekend wordt dat het eiland Aigina zich pro-Perzisch opstelt. Hardhandig is de wijze waarop het eiland in het gareel wordt gebracht.

Ondertussen bedenkt Dareios een directe aanval op Athene (en Eretria). Een vloot onder leiding van Datis en Aratfrenes en in hun gelederen Hippias, zoon van Peisistratos, landt op de kust bij Marathon. De Grieken zijn tactisch sterker en verslaan de indringers, die 6400 doden te betreuren hebben. Aan Atheense kant sneuvelen slechts 192 soldaten. Het is overigens de allereerste keer dat Atheners, althans in eigen land, oog in oog met Perzen (en hun wapenrusting) komen te staan.

De Perzen blazen de aftocht en pas op dat moment komen de Lakedaimoniërs met 2000 soldaten. Zij wilden om religieuze redenen de volle maan afwachten, maar de Atheners (geholpen door de Plataiërs) hebben de klus zelf geklaard.

De schrijver heeft aandacht voor gebeurtenissen in de kantlijn. Samiërs en enkele Milesiërs vestigen in Zankle (Sicilië) dat op verraderlijke wijze wordt veroverd. Miltiades, zoon van Kimon, keert terug van zijn ‘koninkrijk’ op de Chersonesos. Demaratos, als koning van Sparta afgezet, begeeft zich naar het Perzisch hof. Een andere koning, Kleomenes, koopt het orakel van Delfi om en wordt waanzinnig.

Hoofdstukken 51 t/m 60 geven overigens belangrijke informatie over het ontstaan van het dubbel koningschap in Sparta.