Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Poly(hy)mnia

De negen boeken Historiën van Herodotos van Halikarnassos hebben ieder de naam gekregen van een van Apollo’s muzen. Het zevende boek draagt de naam van de muze van de religieuze liedkunst en pantomime (zij draagt een mantel, himation): Poly(hy)mnia (Gr. Πολυμνία). Dit boek telt 239 hoofdstukken.

Drie verhalen

De indeling in negen boeken stamt uit de Hellenistische tijd en is het werk van de geleerden die verbonden waren aan de bibliotheek in Alexandrië. Het is nooit de keuze van Herodotos geweest om zijn werk zo te presenteren. Nadere bestudering leert dat het eerder een collectie is van 28 verhalen, zgn. logoi (Gr. λόγοι).

Het twintigste verhaal behandelt Xerxes’ voorbereidingen op de invasie van Griekenland en het oversteken van de Hellespont door het Perzische leger (1-56). In het eenentwintigste verhaal zien wij het landleger en de vloot van de Perzen hun lange mars naar Attika maken (57-137). Het tweeëntwintigste verhaal is in hoofdzaak gewijd aan de moeizame totstandkoming van een Griekse coalitie en sluit af met de slag bij Thermopylai (138-239).

Inhoud

Na het bericht van de uitslag van de slag bij Marathon is Dareios nóg vastbeslotener om het Europese vasteland te onderwerpen. Door zijn plotseling dood komt Xerxes aan de macht. Waar Kyros en Dareios worden gepresenteerd als daadkrachtige leiders die aan gevechten zélf deelnamen, is Xerxes een weifelachtige vorst die leiderschap toont van een afstand en met de zweep.

Terwijl de voorbereidingen in volle gang zijn om het schiereiland Athos te doorgraven en bruggen over de Hellespont aan te leggen, heeft het leger zich in Kritalla in Kappadokia verzameld en marcheert via Sardes naar Abydos. Uiteindelijk is het zover: het leger steekt de Hellespont over.

Landleger en vloot verzamelen zich bij Doriskos in het zuiden van Thrakia. Het leger wordt geteld, waarna het verdertrekt tot aan Therme bij Chalkidike, de laatste gemeenschappelijke uitvalsbasis voor landleger en vloot. De diverse legeronderdelen en hun bewapening worden uitgebreid beschreven, net als ook de vloot. Als een zwerm sprinkhanen zakt het af naar het zuiden.

Athene en Sparta nemen tegenmaatregelen. Themistokles werpt zich op als bepalend leider en interpreteert uitspraken van het orakel in Delfi op geheel eigen wijze. De verdediging van het land zal gevoerd worden vanuit schepen, de fameuze ‘muur van hout’.

Een Griekse coalitie komt moeizaam tot stand. Argos doet niet mee, evenmin Kerkyra en Kreta. De Thessaliërs en de Thebanen hebben al in een vroeg stadium laten blijken Perzischgezind te zijn. De onderhandelingen met Gelon, tiran van Syracuse, over hulp mislukken, voornamelijk omdat deze de algehele leiding opeist.

De schrijver komt tot een opgave van het totaal aantal manschappen aan Perzische zijde: 5.283.220 (hfdst. 186). Zij ondervinden nagenoeg geen tegenstand of het moet de storm zijn die de vloot aanzienlijke schade toebrengt. Bij de pas van Thermopylai wacht hen wel een klus. Driehonderd Spartanen onder aanvoering van Leonidas bieden verbeten weerstand, totdat zij in de rug worden aangevallen, wanneer de Perzen het Anopaia-pad ontdekken (hfdstt. 215-217). Xerxes toont geen respect voor het lijk van Leonidas (hfdst. 238).

De lezer leert Xerxes, volgens Herodotos een knappe verschijning (7.187), kennen als man met hysterische trekjes. Artabanos moet van hem een dag en een nacht zijn plaats innemen om dezelfde droomverschijning te ontmoeten die hem oproept om tegen Griekenland op te trekken. Pythios’ verzoek om één van zijn vijf zonen te sparen en niet op legertocht mee te nemen roept koninklijke woede op: zijn oudste zoon wordt terechtgesteld, zijn lijk in twee stukken gesneden en als afschrikwekkend voorbeeld aan weerszijden van de weg waarover de soldaten gaan opgesteld (zie hfdstt. 38-39). Xerxes, de grote koning, slaat, gezeten op een troon, de veldslagen van een afstand gade.

“Er wordt verteld dat tijdens die charges de Perzische koning toekeek en uit bezorgdheid om zijn leger drie keer van z’n zetel opsprong”.

De bezorgdheid van Xerxes (7.212).