Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Demaratos verlaat Sparta

[67] Zo ging het dus met Demaratos’ ontslag van het koningschap. Hij vertrok als balling uit Sparta naar Perzië, door het volgende voorval gekwetst. Na zijn ontslag van het koningschap had hij een bestuursfunctie, waarvoor hij was verkozen. Het was de tijd van de gymnopaidiai[1]en toen Demaratos deze spelen bijwoonde,[2] stuurde Leutychidas, die nu zelf koning was geworden in zijn plaats, zijn dienaar en vroeg hoe het was om een bestuursfunctie te hebben na koning te zijn geweest. Dit was om hem belachelijk te maken en spottend bedoeld.

Pijnlijke vraag

Pijnlijk getroffen door deze vraag zei hij dat hijzelf al ervaring had opgedaan met beide, maar híj niet en gaf aan dat die vraag voor de Lakedaimoniërs het begin zou inluiden van ongekend grote rampspoed of juist geluk. Na die woorden trok hij zijn mantel over het hoofd,[3] verliet het theater[4] en ging naar huis. Meteen trof hij voorbereidingen, offerde een rund aan Zeus en riep zijn moeder bij zich.

Ezelhoeder

[68] Toen zijn moeder was gekomen, legde hij enkele van de ingewanden in haar handen en sprak smekend tot haar, ongeveer zo: “Moeder, met mijn hand op Zeus de Beschermer, hier, en op andere goden,[5] alsjeblieft, vertel mij de waarheid: wie is nu werkelijk mijn vader? Leutychidas maakte met mij ruzie en beweerde dat jij, met een kind van je vorige echtgenoot in je buik, bij Ariston kwam. Anderen maken het nog bonter en zeggen dat je bij een van de huisslaven bent geweest (de ezelhoeder!) en dat ik zíjn kind ben! Ik vraag je daarom, bij de goden, met klem de waarheid te vertellen. Als jij iets van de dingen die genoemd worden, hebt gedaan, ben jij niet de enige vrouw geweest die dat op haar geweten heeft. In Sparta gaat het hardnekkige gerucht dat Ariston onvruchtbaar was, anders hadden zijn vorige vrouwen wel kinderen gekregen.”

Zeven-maandskindje

[69] Zoiets zei hij, waarop haar antwoord luidde: “Lieve jongen, nu jij mij met gebeden smeekt de waarheid te vertellen, zal de hele waarheid jou onthuld worden. Toen Ariston mij naar zijn huis had meegenomen, verscheen drie nachten daarna aan mij een geest die op Ariston leek. Hij kwam bij mij in bed liggen[6] en legde de kransen die hij droeg,[7] op m’n hoofd. Hij verdween en daarna kwam Ariston. Toen deze mij met de kransen zag, vroeg hij van wie ik die had gekregen. Ik zei dat hij ze zelf had gegeven, maar dat geloofde hij niet. Ik zwoer van wel en zei het niet netjes van hem te vinden dat hij het ontkende: hij was het toch die kort daarvoor bij mij in bed kwam liggen en mij de kransen had gegeven? Ariston zag mij dit onder ede zeggen en begreep dat het gebeurde van goddelijke hand was. Op de eerste plaats: de kransen bleken afkomstig uit de kapel die gebouwd was naast de paleisingang, de zogeheten Astrabakoskapel.[8] Verder gaven de zieners aan dat die geest de halfgod zelf was. Lieve zoon, nu weet je álles wat je wil weten: óf jij bent verwekt door die halfgod en je vader is de halfgod Astrabakos óf Ariston is je vader, want in die nacht ben ik zwanger geworden. Wat betreft het punt waarop je vijanden je het meest aanvallen: zij zeggen dat, toen jouw geboorte aan hem werd gemeld, Ariston zelf ten overstaan van vele toehoorders ontkende dat jij zijn zoon bent; de uitgerekende dag was toch nog niet bereikt? Maar dat floepste bij hem eruit, omdat hij van zoiets geen benul had. Vrouwen baren baby’s na negen, zelfs na zeven maanden zwangerschap, een enkele in de tiende maand. Ik bracht jou, lieve jongen, ter wereld als zeven-maandskindje. Ook Ariston zelf zag na niet al te lange tijd in dat hij uit onwetendheid die uitspraak deed. Geloof andere verhalen over jouw geboorte niet. Je hebt nu niets anders dan de waarheid gehoord. Mogen de vrouwen van Leutychidas en van hen die zulke dingen rondbazuinen, kinderen krijgen van ezelhoeders!”

Naar Zakynthos

[70] Dat was haar verhaal en het was precies wat hij wilde horen. Hij pakte eten in voor onderweg en vertrok naar Elis, zogenaamd voor een reis naar Delfi om het orakel te raadplegen.[9] Maar de Lakedaimoniërs kregen het vermoeden dat hij probeerde ervandoor te gaan en gingen achter hem aan. Op de een of andere manier was Demaratos hen vóór en stak vanuit Elis over naar Zakynthos.[10] De Lakedaimoniërs staken over, hem achterna: zij wilden hem in handen krijgen, maar pakten hem zijn dienaren af.[11]

Bij de Perzen

Later – de Zakynthiërs weigerden hem uit te leveren – stak hij vandaaruit over naar Klein-Azië en voegde zich bij koning Dareios. Deze ontving hem met alle egards en schonk hem gebied en steden.[12] Zo is Demaratos in Klein-Azië terechtgekomen. Hij had van alles meegemaakt en bij de Lakedaimoniërs een onvergetelijke indruk achtergelaten met zijn daden en denkbeelden, maar vooral heeft hij hen de eer gegund van een overwinning met een vierspan op de Olympische Spelen. Hij was de enige van alle koningen die er in Sparta zijn geweest, die dit gepresteerd heeft.


[1] Festival, lett. ‘naakte jongensfestival (Gr. γυμνοπαιδίαι) aan het begin van de zomer, waarbij jongemannen naakt krijgsdansen uitvoerden op de markt en in koren zongen in het theater van Sparta.

[2] Waarschijnlijk in zijn nieuwe hoedanigheid van eforos (Gr. ἔφορος), tevens organisator van de gymnopaidiai.

[3] Theatraal gebaar van rouw.

[4] Demaratos woonde blijkbaar het musische evenement van de gymnopaidiai in het theater (vgl. voetnoot 125).

[5] Bij het afleggen van een eed, hield men het godenbeeld of het altaar vast; blijkbaar stonden in het huis van Demaratos diverse godenbeelden.

[6] Eufemisme voor seksuele omgang.

[7] Alsof de verschijning van een feest kwam.

[8] Astrabakos was een verre nazaat van Agis, legendarische eerste koning van Sparta, die samen met zijn broer Alopekos door waanzin werd getroffen, toen hij het houten beeld van Artemis Orthia langs de weg aantrof; volgens Pausanias (Perihegesis 3.16.6) werd hij als heros vereerd in een kapel vlakbij de tempel van Artemis Orthia.

[9] Vanuit Sparta was de gebruikelijke route naar Delfi over Elis in het noordwesten van de Peloponnesos; zo kon Demaratos voorsprong op zijn achtervolgers krijgen, omdat hij aanvankelijk niet de indruk wekte vanuit Elis over zee te willen vluchten.

[10] Het eiland Zakynthos ligt pal tegenover de kust van Elis en vandaaruit kon Demaratos de boot nemen naar veiliger gebied.

[11] Demaratos’ escort zal uit staatsslaven (heloten) hebben bestaan en die konden niet rekenen op de bescherming van de Zakynthiërs.

[12] Wellicht werd hij als een aan de Perzen toegewijde satraap (gouverneur) aangesteld.