[132] Na zijn genezing van Dareios bezat Demokedes in Sousa in die tijd een riante woning en hij mocht bij de koning aan tafel aanschuiven. Hij kon over alles beschikken behalve dit ene… terugkeren naar Griekenland. De artsen uit Egypte, onder behandeling van wie de koning vroeger stond, zouden aan een paal worden geregen,[1] omdat ze het hadden afgelegd tegen een Griekse arts, maar werden door zijn bemiddeling bij de koning gespaard. Ook een ziener uit Elis[2] die deel uitmaakte van het gevolg van Polykrates en in verwaarloosde staat onder de slaven verkeerde, werd gespaard.
Gezwel
[133] Het duurde niet lang of hij maakte hierna nog andere dingen mee. Atossa, dochter van Kyros en echtgenote van Dareios, kreeg een gezwel op haar borst dat opensprong en voortwoekerde. Zolang als het niet al te groot was, hield ze het bedekt en liet het uit schaamte aan niemand zien. Toen het echter slecht met haar ging, riep ze Demokedes bij zich en liet hem ernaar kijken. Hij zei haar te zullen genezen, maar deed haar onder ede als tegenprestatie dát beloven waarom hij haar ook maar zou verzoeken, en bezwoer zelf niets van die dingen te zullen vragen die haar schande zouden bezorgen.
Atossa praat op Dareios in
[134] Toen hij daarna haar behandelde en weer gezond had gemaakt, was dat het moment waarop zij door Demokedes werd ingefluisterd om, wanneer zij bij Dareios in bed lag,[3] hem ongeveer het volgende te suggereren: “Koning, u heeft zoveel macht, maar verdoet uw tijd in ledigheid,[4] want u wint geen volk of mogendheid erbij voor de Perzen. Van een man die jong en zeer vermogend is, mag je verwachten dat hij een daad stelt. Zo zullen de Perzen ervan doordrongen raken dat ze door een man worden geregeerd. Zo handelen heeft twee voordelen. De Perzen beseffen dat zij door een vent worden geleid én steken hun energie in een oorlog, zodat zij niet uit verveling tegen u in opstand komen.[5] Nu kan het nog, een prestatie verrichten, nu u nog jong bent. Als het lichaam sterker wordt, neemt ook de energie toe, maar bij het ouder worden neemt die af en ontbreekt de kracht voor alles wat u doet.”
Plannen voor een invasie
Dat waren de woorden die haar waren ingegeven en de ander antwoordde als volgt: “Vrouw, je hebt alles genoemd wat ikzelf van plan was te ondernemen. Ik heb het plan opgevat vanuit ons continent een brug te slaan naar het andere en met een leger tegen de Skythen op te trekken. Dit staat binnenkort te gebeuren.”[6]
Verkenning van Griekenland
Dit was Atossa’s reactie: “Pas op, laat uit het hoofd om direct op de Skythen af te gaan, want u zult ze in handen krijgen, wanneer u maar wilt. Doe mij een plezier en richt uw leger tegen Griekenland. Ik heb mij laten vertellen hoe dienaressen uit Lakonia, Argos, Attika en Korinthe zijn[7] en wil ze graag hebben. Nu beschik je over een man die het allergeschikst is je alles over Griekenland te laten zien en te vertellen. Ik bedoel de man die je voet heeft genezen.”
Hierop zei Dareios: “Vrouw, nu jij vindt dat we eerst Griekenland op de proef moeten stellen, denk ik dat het beter is voorlopig Perzische verkenners ernaartoe te sturen, samen met hem die jij noemt. Zij kunnen inlichtingen verwerven en een kijkje nemen en daarna ons tot in details verslag over de Grieken doen. Pas wanneer ik volledig ben ingelicht, zal ik vervolgens mij op hen richten.”[8] Zo luidde zijn antwoord en hij voegde de daad bij het woord.
[1] Dezelfde barbaarse straf die Polykrates door Oroites onderging (zie hfdst. 125 en opm. 20; vgl. boek 4, hfdst. 202 en opm. 3).
[2] Elis in het westen van de Peloponnesos stond erom bekend zieners voort te brengen; vreemd genoeg wordt hier de naam van de ziener niet genoemd, waar die van bijv. Kallias wel bekend is (vgl. boek 5, hfdst. 44).
[3] Blijkbaar was dat het meest geschikte moment om haar echtgenoot te beïnvloeden.
[4] De bronstekst heeft het over ‘(werkeloos)) zitten’, kathesthai (Gr. καθῆσθαι).
[5] De achterliggende gedachte is dat een volk dat door een buitenlandse oorlog wordt afgeleid en vermoeid niet een binnenlandse strijd wil aangaan.
[6] Eerst moet de inname van Babylon afgerond zijn, waarop de expeditie tegen de Skythen onmiddellijk zal volgen (zie boek 4, hfdst. 1 e.v.).
[7] Griekse (mannelijke) slaven waren om hun eruditie gewild; dit kwaliteitsstempel gold blijkbaar ook voor de Griekse vrouwen die tot slaaf werden gemaakt.
[8] Een antwoord dat Atossa tevreden zal stellen, maar Dareios niet zal beletten zijn oorspronkelijk voornemen door te voeren.