Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Overleg op hoog niveau

(2 van 3 pagina’s)

Onderwerpen op andere pagina’s:
overleg op hoog niveau (1)overleg op hoog niveau (3)

Artabanos geen voorstander

[10] Met zoveel woorden had Mardonios het besluit van Xerxes gemotiveerd. De andere Perzen hielden hun mond: zij durfden geen mening te geven die haaks stond op het plan. Artabanos echter, zoon van Hystaspes en oom van Xerxes – en dit gaf hem vertrouwen – reageerde als volgt:[10] [α] “Geachte koning, als er geen tegenvoorstel wordt gedaan, kan er niet worden gekozen voor het beste en moeten we het genoemde plan aannemen. Als dat wel was gebeurd, kan dat wel, zoals wij zuiver goud op zichzelf niet kunnen onderscheiden, maar de kwaliteit ervan kunnen opmaken door het in een test met ander goud te vergelijken.[11] Ik was ook adviseur van uw vader, mijn broer Dareios, en stelde hem voor niet tegen de Skythen op te trekken, mensen die nergens op aarde een stad bewonen. Hij verwachte de Skythische nomaden te onderwerpen en luisterde niet naar mij, maar ondernam een legertocht en keerde, na verlies van vele, goede manschappen uit zijn leger, terug. Koning, u bent van plan op te trekken tegen mannen die nog vele malen beter zijn dan de Skythen: het zijn volgens zeggen de beste te land en ter zee. Het is mijn plicht u uit te leggen, hoe gevaarlijk zij zijn.

(β) “U geeft aan een brug over de Hellespont te willen slaan en een leger door Europa tegen Griekenland te laten oprukken. Stel nu dat er ter zee of op het land (of beide tegelijk) een nederlaag wordt geleden, want het zijn volgens zeggen strijdbare mannen en dat kunnen we opmaken uit het gegeven dat de Atheners zonder hulp zo’n groot leger als dat onder aanvoering van Datis en Artafrenes naar Attika is gekomen, hebben vernietigd… En stel dat het op een van beide manieren geen succes wordt, maar zij aan boord van hun schepen gaan, een overwinning op zee behalen, naar de Hellespont varen en dan de schipbrug onklaar maken… dát, koning, zal een ramp betekenen!

(γ) “Deze inschatting doe ik helemaal niet omdat ik er zelf zoveel verstand van heb, maar omdat het ooit niet veel had gescheeld of zo’n ramp had ons getroffen: uw vader was de Bosporos overgestoken naar Thrakia en trok na een brug te hebben geslagen over de Istros het land van de Skythen binnen. De Skythen deden toen van alles om de oversteekplaats te saboteren en vroegen de hulp van de Ioniërs aan wie de bewaking van de bruggen over de Istros was overgelaten. Als Histiaios, de tiran van Milete, zich bij het besluit van de overige tirannen had aangesloten en er niet tegen was geweest, had hij aan de macht van de Perzen een einde gemaakt. Het is werkelijk beangstigend om te horen dat álle macht van de koning in de handen van één man heeft gelegen.

Beslis niet te snel!

(δ) “Neem daarom de goede beslissing: stort u niet zondere enige noodzaak in zo’n gevaarlijke onderneming. Geloof mij, maak nu een eind aan deze vergadering, neem de tijd om nog eens uw gedachten hierover te laten gaan en verkondig dan de beslissingen die volgens u de beste zijn. U wint mijns inziens het meest bij wijs beraad. Als iets niet volgens plan gaat, wil dat niet zeggen dat er minder goed over nagedacht is, maar is het lot het niet gunstig geweest. Wie slechte plannen bedenkt, heeft geluk gehad, als het lot hem gunstig is, maar het blijven slechte plannen.

(ε) “De god, ziet u wel, treft superieure wezens met z’n bliksem en staat hen niet toe arrogant te zijn; aan de kleinere wezens stoort hij zich niet. Hij laat altijd zijn projectielen inslaan in de grootste gebouwen en in even hoge bomen. Alles wat uitsteekt, wil hij snoeien. Zo komt het dat een groot leger door een klein leger wordt vernietigd en dat gebeurt, wanneer hij afgunstig is en het met een donderslag angst aanjaagt, waarop een onwaardige ondergang volgt.[12] De god wil niet dat een ander zich meer inbeeldt dan hijzelf.[13]

(ζ) “Haastige spoed is zelden goed, vaak met ellende als gevolg. Wachten heeft zijn goede kanten, ook al blijken die niet meteen: pas na een tijd worden die zichtbaar. (η) Zo luidt, mijn koning, mijn advies aan u. Maar jij, zoon van Gobryas,[14] moet verder geen domme dingen over de Grieken zeggen. Spot niet met hen, want dat verdienen zij niet. Door van de Grieken kwaad te spreken breng jij de koning ertoe op oorlogspad te gaan, wat volgens mij het enige is waarvoor jij je met alle macht inzet. Laten wij hopen dat dit niet gebeurt. Kwaadsprekerij is het ergste wat er is. Twee partijen gaan daarbij in de fout en één is het slachtoffer. De ene die kwaadspreekt, zit fout, omdat hij iemand in zijn afwezigheid beschuldigt, de ander, omdat hij klakkeloos dingen aanneemt waarvan hij de juistheid niet heeft getoetst. Het slachtoffer is er niet bij wanneer zij het in tweeërlei opzicht over hem hebben: door de een wordt hij beschuldigd, door de ander schuldig bevonden.

(θ) “Als jij hoe dan ook tegen die mannen moet optrekken, alsjeblieft, laat de koning zelf in Perzië thuisblijven! Laten wij onze beider zonen eronder verwedden…[15] Zoek de mannen uit die jij wilt, verzamel een zo groot mogelijk leger  en trek ten strijde. Wanneer het voor de koning afloopt zoals door jou verwacht, laat dan mijn zonen ter dood worden gebracht, niet alleen zij, maar ik ook! Maar gaat het zoals ik het voorspel, moeten jouw zonen dat lot ondergaan en met hen ook jíj, zodra je bent teruggekeerd. Als jij die weddenschap niet wil aangaan, maar zonder meer een leger tegen Griekenland zal aanvoeren, zeg ik je dat menig hier achtergebleven Pers te horen zal krijgen dat Mardonios, nu hij de Perzen groot onheil heeft gebracht en door honden en vogels wordt verscheurd ergens in het land van de Atheners of dat van de Lakedaimoniërs, misschien al eerder onderweg, tot het besef is gekomen tegen wat voor mannen hij de Perzische koning ten strijde laat trekken.”[16]

achaimeniden
Stamboom van Achaimenes en zijn nakomelingen.

[10] Dareios’ broer Artabanos presenteert zich ook in boek 4, hfdst. 83, als terughoudend adviseur van de koning.

[11] Om het zuiverheidsgehalte van edelmetalen te achterhalen werden deze over een donkere steen, basanos (Gr. βάσανος), gewreven om te achterhalen of er legeringen waren teogepast; het oud-Grieks heeft er een werkwoord aan overgehouden, basanizein (Gr. βασανίζειν), dat naast “toetsen” ook “folteren” (om de waarheid te achterhalen) betekende. 

[12] De schrijver laat Artabanos “voorspellingen” doen die later bewaarheid worden (zie boek 8, hfdstt. 12-13 & 37-38); in hfdst. 42 vindt er reeds onheilspellend onweer plaats aan het begin van de mars.

[13] De voor Grieken typerende gedachte over overmoed, hybris (Gr. ὕβρις), in de mond van een Pers gelegd.

[14] Vanaf dit punt richt Artabanos zijn woorden alleen tot Mardonios; de verderop genoemde weddenschap zal hij nooit durven houden met de koning zelf. 

[15] Het gemak waarmee dit voorstel wordt geformuleerd, is voor de schrijver een typisch oosterse denkwijze.

[16] De woorden van Artabanos getuigen van een diepe vijandschap voor Mardonios.

Pagina's: 1 2 3